Background image

terug

Vraag 21

Nicole gaat binnenkort studeren. Zij heeft op haar kamer een werkplek met een bureau en een leeslamp. Zij gaat daar lezen, werktekeningen maken, werken met de laptop enzovoort. Daarom moet zij het licht aan de werkzaamheden kunnen aanpassen. Met een dimmer, zie het bovenste figuur, kan zij de verlichtingssterkte regelen.
Om de verlichtingssterkte en het energieverbruik te kunnen meten maakt zij een opstelling waarvan het onderste figuur een schets is.





De leeslamp met dimmer wordt via een ampèremeter aangesloten op het lichtnet. De lamp bevindt zich 50 cm boven het tafelblad. Op de tafel ligt een luxmeter die de verlichtingssterkte E in lx (lux) meet. Door de schuif S van de dimmer van stand 0 naar 5 te verplaatsen verandert de stroomsterkte in het getekende circuit en gaat de lamp steeds feller branden. In onderstaande tabel vind je bij verschillende standen van S de gemeten stroomsterke I en de bijbehorende verlichtingssterkte E.

Stand S I (A) E (lx)
0 5,0 × 10-3 0
1 0,10 2
2 0,20 87
3 0,30 478
4 0,40 915
5 0,42 982

Een kWh kost € 0,15.

In de lampenkap is een spiegelend oppervlak aangebracht om ervoor te zorgen dat het licht naar beneden op de tafel gericht wordt. Zie onderstaand figuur.



In bovenstaand figuur zijn twee lichtstralen getekend van de lamp naar het spiegelend oppervlak.
Teken in bovenstaand figuur zo nauwkeurig mogelijk het vervolg van de lichtstralen.