Nicole gaat binnenkort studeren. Zij heeft op haar kamer
een werkplek met een bureau en een leeslamp. Zij gaat daar
lezen, werktekeningen maken, werken met de laptop
enzovoort. Daarom moet zij het licht aan de werkzaamheden
kunnen aanpassen. Met een dimmer, zie het bovenste figuur, kan zij de
verlichtingssterkte regelen.
Om de verlichtingssterkte en het energieverbruik te kunnen
meten maakt zij een opstelling waarvan het onderste figuur een schets
is.
De leeslamp met dimmer wordt via een ampèremeter aangesloten op het
lichtnet. De lamp bevindt zich 50 cm boven het tafelblad. Op de tafel ligt een
luxmeter die de verlichtingssterkte E in lx (lux) meet.
Door de schuif S van de dimmer van stand 0 naar 5 te verplaatsen verandert de
stroomsterkte in het getekende circuit en gaat de lamp steeds feller branden.
In onderstaande tabel vind je bij verschillende standen van S de gemeten stroomsterke I en
de bijbehorende verlichtingssterkte E.
Stand S | I (A) | E (lx) |
0 | 5,0 × 10-3 | 0 |
1 | 0,10 | 2 |
2 | 0,20 | 87 |
3 | 0,30 | 478 |
4 | 0,40 | 915 |
5 | 0,42 | 982 |