De friteuse bestaat uit een metalen binnenpan en
wanden van warmte-isolerend materiaal. De
binnenpan is gevuld met 2,00 kg vloeibaar
frituurvet. De thermostaat van de friteuse is
ingesteld op 170 °C. Hij zet de friteuse 20 minuten
aan en meet met een temperatuursensor de
temperatuur van het frituurvet. Zie onderstaand figuur.
Tijdens het verwarmen blijft de deksel gesloten. De temperatuur van de
binnenpan is altijd gelijk aan de temperatuur van het vet. De warmtecapaciteit
van de lege binnenpan plus verwarmingselement is 1,6 · 103 J K-1. De warmte die
tijdens de eerste 200 seconden door de binnenpan wordt afgestaan aan de
omgeving is te verwaarlozen.
Enige tijd na het aanzetten is de warmte die wordt afgestaan aan de omgeving
niet meer verwaarloosbaar.
Leg uit hoe André met behulp van bovenstaand figuur het gemiddelde warmteverlies per
seconde kan bepalen na t = 500 s. (Je hoeft de bepaling niet uit te voeren.)