Background image

terug

Vraag 10

De boot heeft een constante snelheid van 8,5 ms-1. Het fototoestel bewoog niet tijdens het nemen van de foto. De fotograaf weet niet meer met welke sluitertijd de foto is gemaakt.
Omdat hij op de foto geen noemenswaardige bewegingsonscherpte van de armen van de stuurman ziet, denkt hij dat de sluitertijd niet groter was dan één zestigste seconde.

Leg met behulp van een berekening en op grond van de foto uit of hij daarin gelijk heeft.