De economische teruggang in Nederland in de periode 2000-2003 heeft voor de
supermarkten tot gevolg gehad dat er steeds meer zogenaamde prijsvechters op de
Nederlandse markt actief worden. Vooral Duitse supermarktketens als Aldi en Lidl krijgen
een steeds groter marktaandeel. Dit heeft de supermarktketens C1000 en Albert Heijn
genoodzaakt om het prijsniveau aan te passen en steeds meer huismerken in het assortiment
op te nemen ten koste van A-merken. De fabrikanten van A-merken reageren hier onder
andere op door het aanbieden van kwalitatief hoogwaardiger producten, om zo hun imago te
verbeteren. Dit gaat vaak gepaard met uitgebreide reclamecampagnes.
Noem een reden waarom fabrikanten van A-merken eerder kiezen voor themareclame dan
voor actiereclame. Motiveer het antwoord.