Na het lezen van een bericht in de krant over stijgende elektriciteitsprijzen
besluit John om energiekostenbesparende maatregelen te nemen die per
1 januari 2013 moeten ingaan. John zoekt een en ander uit en uiteindelijk ziet hij
twee besparingsmogelijkheden.
a bestaande lampen en apparaten vervangen door energiezuinige varianten;
b investeren in een zonnecollector en zelf elektriciteit opwekken.
Het verbruik in kWh verandert dan niet.
De voorkeur van John’s echtgenote Irene gaat uit naar energiezuinige lampen
en apparaten. De voorkeur van John gaat uit naar de zonnecollector. John
besluit de terugverdientijd én de netto contante waarde van beide varianten uit
te rekenen. Hij maakt hiervoor een schema (zie informatiebron 7). Hij gaat er
daarbij van uit dat elk jaar, voor het eerst op 1 januari 2013, de elektriciteitsprijs
per kWh met 3% zal stijgen en dat het vastrecht gelijk blijft.
a Energiezuinige lampen en apparaten
John kan per 1 januari 2013 alle gloeilampen vervangen door LED-lampen en
enkele energieverslindende huishoudelijke apparaten door nieuwe
energiezuinige. John betaalt voor deze lampen en apparaten een winkelprijs van
€ 2.450,- (inclusief 19% btw) en dit levert hem een verwachte directe jaarlijkse
energiebesparing in kWh op van 35% ten opzichte van het oude verbruik in
kWh.
Bereken de besparing in euro’s op de elektriciteitsrekening van 2013 die John mag verwachten door de aanschaf van energiezuinige lampen en apparaten (zie bijlagen "Gedeelte van de jaarafrekening van elektriciteitsproducent Eltron voor John" en "Vergelijkingsschema besparingsmogelijkheden").
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: Gedeelte van de jaarafrekening van elektriciteitsproducent Eltron voorJohn