Alom werd gewezen op de lage opkomst bij de verkiezingen van de Tweede Kamer in 1998.
NRC Handelsblad schrijft hierover op 7 mei 1998:
„Met 73,2 procent is de opkomst wederom vijf procent lager geweest dan vier jaar geleden,
wat toen al een laagterecord voor Tweede-Kamerverkiezingen was. Met name in de grote
steden hebben de kiezers het massaal laten afweten. Nagenoeg vier op de tien kiezers is
daar niet opgekomen. Daardoor nadert de politieke legitimatie in de grote steden, die
tevens de erkende probleemgebieden vormen, kritische grenzen”.
Leg uit waarom door een lage opkomst bij verkiezingen in een parlementaire democratie
de „politieke legitimatie kritische grenzen nadert” en leg uit in welke visie op politieke
macht deze legitimatie belangrijk is.