Hoewel omroepverenigingen van oorsprong ideële organisaties zijn en ook behoren te blijven volgens het kabinetsplan (zie regel 7), wijzen critici er regelmatig op dat er desondanks ‘vervlakking’ van het televisie-aanbod optreedt bij de publieke omroep.
Wat wordt met deze vervlakking bedoeld? Geef aan welke twee kabinetsvoorstellen vervlakking van het televisie-aanbod moeten tegengaan.