In de Apologie beweert de aanklager Meletus dat Socrates totaal niet in goden gelooft.
Leg uit dat het verhaal van Alcibiades in de regels 4-11 (Τελευτῶντες t/m ἐμέ) bewijst dat Meletus ongelijk heeft.
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.