Background image

terug

Vraag 11

Lees de onderstaande inleiding en schrijf dan overeenkomstig de instructies een samenhangend betoog.

Inleiding:
De betoogvraag gaat over dorpelingen in Noord-Frankrijk in de periode 1150-1300.

Instructies: Schrijf een samenhangend betoog waarin je de onderstaande stelling verdedigt of nuanceert. Neem ter bevordering van de opbouw van het betoog de
cursief gedrukte kopjes
over.

Stelling: Het leven van dorpelingen in Noord-Frankrijk veranderde in het algemeen in de periode 1150-1300 nauwelijks door contacten met de Arabische wereld.

Algemene verandering A. Noem kort twee sociaal-economische veranderingen, die zich in de agrarische samenleving in Noord-Frankrijk in de dertiende eeuw voordeden.

De invloed van materiële goederen Misschien kwamen dorpelingen in aanraking met de Arabische wereld via goederen die naar Noord-Frankrijk waren gekomen.
B.Weeg af hoe groot de kans was dat dorpelingen in Noord-Frankrijk rond 1150 in aanraking konden komen met de Arabische wereld via goederen. Doe hetzelfde voor de tijd rond 1300.

De invloed van reizen
Het is denkbaar dat dorpelingen door reizen of reisverhalen in aanraking kwamen met de Arabische wereld.
C. Besteed hieraan aandacht door:
1. aannemelijk te maken dat de meeste dorpelingen tussen 1150 en 1300 niet of nauwelijks zelf op reis gingen;
2. toe te lichten hoe dorpelingen wel door reisverhalen op de hoogte werden gebracht van de Arabische wereld;
3. na te gaan of het mogelijk was dat een enkele dorpeling door reizen wél in aanraking kwam met de Arabische wereld.

De invloed van andere contacten
Men kan zich afvragen of dorpelingen op een andere manier dan door goederen, reizen of reisverhalen in aanraking konden komen met de Arabische wereld.
D. Noem twee andere manieren waarop inwoners van Europa in de periode 1150-1300 met de Arabische wereld in aanraking kwamen en weeg per manier af of dorpelingen in Noord-Frankrijk zo daadwerkelijk in aanraking kwamen met de Arabische wereld.

Oordeel
E. Rond het betoog af met een afgewogen oordeel over de juistheid van de stelling. Verwerk hierin de antwoorden van B tot en met D.

Tot slot
F. Stel vast of jouw oordeel ook opgaat voor de bovenlaag in Europa.