Lees de onderstaande inleiding en schrijf dan, volgens de instructies, een samenhangend
historisch betoog onder de titel ’De positie van de Bondsrepubliek in Europa voor en na
de hereniging’.
Inleiding
In 1990 kwam er een einde aan de Duitse deling.Welke invloed had dit op de plaats van
de Bondsrepubliek in Europa? In de internationale betrekkingen is stabiliteit in en tussen
de landen belangrijk. In verband met de Bondsrepubliek worden veelal drie aspecten van
die stabiliteit onderscheiden: de stabiliteit van de bondgenootschappen, de stabiliteit van
de relatie met de buren in het oosten en de interne stabiliteit van de Duitse maatschappij.
Om tot een goed betoog te komen neem je het jaar 1969, het begin van een nieuwe
periode met bondskanselier Brandt, als uitgangspunt. Daarna beschrijf je vanuit 1991 de
tussenliggende periode. Je rondt je betoog af met een kleine beschrijving van de nieuwe
situatie vlak na de hereniging.
Instructies
Schrijf een samenhangend historisch betoog waarin je kort na de hereniging terugblikt op
de geschiedenis van de Bondsrepubliek en een vergelijking maakt tussen de positie van
de Bondsrepubliek in Europa vanaf 1969 en de positie van de Bondsrepubliek in 1991 en
volgende jaren.
Neem voor de structuur van je betoog de titel en de cursief gedrukte kopjes over.
I. De Bondsrepubliek in 1969
Bondgenootschappen
A Geef met behulp van twee voorbeelden aan welke plaats de Bondsrepubliek innam
binnen de westerse bondgenootschappen in 1969.
Buurlanden in het oosten
Tussen 1970 en 1991 heeft de Bondsrepubliek een eigen relatie opgebouwd met de DDR
en de Sovjetunie.
B Leg uit hoe de verhouding met het Oostblok rond 1969 was. Doe dat door: