Background image

terug

Vraag 11

Stel: je houdt in je klas een presentatie over de naoorlogse geschiedenis van West-Duitsland. Het thema van je presentatie is: de westelijke bezettingszones (en de latere Bondsrepubliek) zijn steeds meer in staat geweest hun lot in eigen hand te nemen.
Je gebruikt bij je presentatie een aantal dia’s om je standpunt uiteen te zetten. Schrijf per dia volgens de onderstaande aanwijzingen de tekst van je presentatie.

Aanwijzingen:

  • Neem het thema van je presentatie als titel over.
  • Neem bij elk onderdeel het nummer van de dia en het jaartal over.
Dia 1: 1948; een Amerikaanse bommenwerper van de luchtbrug wordt met gejuich door de Berlijners begroet.
A. Leg uit wat de luchtbrug met je thema te maken heeft. Doe dat door kort aan te geven:
  • wat er door de luchtbrug veranderde in de houding van de inwoners van de westelijke bezettingszones tegenover de westelijke geallieerden;
  • wat er veranderde in de houding van de westelijke geallieerden tegenover de West-Duitsers;
  • wat je conclusie is over de mate waarin de westelijke bezettingszones rond 1948 hun lot in eigen hand konden nemen.
Dia 2: 1954; de ondertekening van de Parijse Verdragen, waarbij de soevereiniteit van de Bondsrepubliek grotendeels wordt erkend en de weg naar lidmaatschap van de NAVO wordt vrijgemaakt.
B. Leg uit wat het lidmaatschap van de NAVO met je thema te maken heeft. Doe dat door kort aan te geven:
  • door welke internationale omstandigheden rond 1955 herbewapening van de Bondsrepubliek mogelijk werd;
  • wat je conclusie is over de mate waarin de Bondsrepubliek hierdoor haar lot meer in eigen hand kon nemen.
Dia 3: 1957; de ondertekening van het Verdrag van Rome.
C. Leg uit wat deze gebeurtenis met je thema te maken heeft. Doe dat door kort aan te geven:
  • waarom deze ondertekening paste binnen het beleid van de Bondsrepubliek;
  • wat je conclusie is over de mate waarin de Bondsrepubliek hierdoor haar lot meer in eigen hand kon nemen.
Dia 4: 1970; bondskanselier Brandt op bezoek in Moskou in het kader van de Ostpolitik.
D. Leg uit wat de beleidswijziging van Brandt tegenover de Sovjetunie en Oost-Europa met je thema te maken heeft. Doe dat door kort aan te geven:
  • welke aarzelingen er in het Westen bestonden over de nieuwe koers van de Bondsrepubliek;
  • waardoor Brandt deze aarzelingen wist weg te nemen;
  • wat je conclusie is over de mate waarin de Bondsrepubliek in 1970 haar lot in eigen hand kon nemen.
Dia 5: rond 1990; een gebeurtenis die je zelf kiest.
Voor de jaren rond 1990 moet je nog een dia zoeken.
E. Kies een gebeurtenis rond 1990 die geschikt is om tot een eindconclusie te komen over het thema van je presentatie. Doe dat door:
  • een gebeurtenis te noemen waarvan je een dia gebruikt;
  • aan te geven op welke manier die gebeurtenis van belang is voor je thema;
  • aan te geven in welke mate de Bondsrepubliek zelf een actieve rol speelde bij de gevolgen die eruit voortvloeiden;
  • een eindopmerking te formuleren waarin je de mate waarin de Bondsrepubliek in staat is haar lot rond 1990 werkelijk in eigen hand te nemen, nuanceert.