De collectivisatie van de boerenhuishoudens verliep sneller dan in het eerste Vijfjarenplan
beoogd werd. In 1935 werd aan kolchozboeren toegestaan een klein stukje grond voor eigen
gebruik te bebouwen.
Leg uit welk verband er bestond tussen die snelle collectivisatie en deze maatregel uit 1935
en verklaar waarom de maatregel in de partij omstreden bleef.