Gebruik de bijlagen "Dansen", "Nederlandse vrouw" en "Stoute jongens".
Stel: er komt een tentoonstelling over de relatie tussen Nederland en Indonesië. Jij werkt
mee aan het onderwerp dekolonisatie en hebt daarvoor drie prenten van de politiek tekenaar
L.J. Jordaan, de bijlagen 4a, 4b en 4c uitgekozen. De organisatie van de tentoonstelling is
bang dat er veel kritiek zal komen op je keuze. Je schrijft een memo aan de organisatie
waarbij je ingaat op mogelijke kritiek en waarin jij je keuze verdedigt.
Schrijf dit memo. Neem voor de samenhang de cursief gedrukte kopjes over.
De prenten die ik gekozen heb
In dit deel van je memo beschrijf je de prenten.
A Beschrijf per prent de visie van Jordaan op de verhouding tussen Nederland en het
Indonesische nationalisme. Noem daarbij per prent een beeldelement dat past bij je
beschrijving.
De kritiek op de prenten
Zowel vanuit de kringen van de oud-strijders, de toenmalige (Nederlandse) tegenstanders
van de Republiek, als van Indonesische kant is kritiek te verwachten. Maak in dit deel een
keuze voor het uitwerken van de kritiek van één van deze twee groepen.
B Maak duidelijk waarom deze prenten geen juist beeld geven in de ogen van de groep die
je hebt gekozen. Licht dit toe met een gegeven uit elk van de drie prenten.
Waarom ik de prenten toch gebruik
Ondanks de kritiek vind je het beeld dat Jordaan geeft bruikbaar voor de tentoonstelling.
C Schrijf een afronding van je memo, waarin je
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: Dansen