Background image

terug

Vraag 26

De onderwijsvernieuwer Jan Ligthart beschrijft in zijn Jeugdherinneringen (1913) hoe hij rond 1880 aan de opleiding voor onderwijzer begint

1 Ik moest mijn ouders zeggen, dat ik het schoolgeld moest meebrengen, en dat de
2 bovenmeester anders verplicht was mij van de school te verwijderen. (…) Echter, behalve
3 betalen en verwijderen, was er nog een derde kans. En ik weet nog, hoe mijn hart opsprong
4 van blijde verlichting, toen de bovenmeester me dit uitzicht opende: Ik kon hulponderwijzer
5 worden. Dan kostte ik niets en zou zelfs wat verdienen: gratis opleiding en vijf gulden in de
6 drie maanden!
7 De theoretische opleiding, die ik gratis ontving, was heel eenvoudig. Ik kocht bij Ten Brink
8 en De Vries in de Hartenstraat voor vijf cent een ‘Beknopt Overzicht van de Vaderlandsche
9 Geschiedenis door A.A. Holst,’ voor tien cent een ‘Kort Overzicht van de Algemeene
10 Geschiedenis’ van dezelfde schrijver, voor nog eens vijf cent de beknopte ‘Bijbelsche
11 Geschiedenis’ en zo ook een beknopte Rekenkunde, Taalkunde, Aardrijkskunde. ’t Waren
12 dunne boekjes van 32-48 bladzijden, in een dun geel of anders gekleurd omslag - ieder
13 overzicht had, meen ik, zijn vaste kleur - en bestaande uit een reeks lesjes.

Gebruik bovenstaande bijlage.
Jan Ligthart is een voorbeeld van de manier waarop onderwijs aan het einde van de negentiende eeuw kan bijdragen aan sociale mobiliteit.
Toon dit aan.