De onderwijsvernieuwer Jan Ligthart beschrijft in zijn Jeugdherinneringen (1913) hoe hij rond 1880 aan de opleiding voor onderwijzer begint
1 | Ik moest mijn ouders zeggen, dat ik het schoolgeld moest meebrengen, en dat de | |
2 | bovenmeester anders verplicht was mij van de school te verwijderen. (…) Echter, behalve | |
3 | betalen en verwijderen, was er nog een derde kans. En ik weet nog, hoe mijn hart opsprong | |
4 | van blijde verlichting, toen de bovenmeester me dit uitzicht opende: Ik kon hulponderwijzer | |
5 | worden. Dan kostte ik niets en zou zelfs wat verdienen: gratis opleiding en vijf gulden in de | |
6 | drie maanden! | |
7 | De theoretische opleiding, die ik gratis ontving, was heel eenvoudig. Ik kocht bij Ten Brink | |
8 | en De Vries in de Hartenstraat voor vijf cent een ‘Beknopt Overzicht van de Vaderlandsche | |
9 | Geschiedenis door A.A. Holst,’ voor tien cent een ‘Kort Overzicht van de Algemeene | |
10 | Geschiedenis’ van dezelfde schrijver, voor nog eens vijf cent de beknopte ‘Bijbelsche | |
11 | Geschiedenis’ en zo ook een beknopte Rekenkunde, Taalkunde, Aardrijkskunde. ’t Waren | |
12 | dunne boekjes van 32-48 bladzijden, in een dun geel of anders gekleurd omslag - ieder | |
13 | overzicht had, meen ik, zijn vaste kleur - en bestaande uit een reeks lesjes. |