Gebruik de bronnen 7, 8 en 9.
In de bronnen 7, 8 en 9 wordt telkens een motief genoemd dat een rol speelde bij de
gebeurtenissen van juni 1953.
Geef voor elk van de bronnen 7, 8 en 9 aan welk motief erin genoemd wordt en verklaar
dit motief telkens vanuit de persoon die in de bron aan het woord is.