Gebruik de bronnen 9, 10 en 11.
Stel: een historicus gebruikt de bronnen 9, 10, en 11 bij een onderzoek naar het leven van
burgers in de Nischengesellschaft van de DDR.
A. Ontleen aan de bronnen 9, 10 en 11 telkens een kenmerk van het openbare leven in
een Oostblokland als de DDR.
B. Leg per bron uit welk aspect van de Nischengesellschaft in het leven van de
geïnterviewde naar voren komt.
C. Leg uit welk belang het bewind in de DDR had bij het gedogen van de
Nischengesellschaft.