In 1618 liet stadhouder Maurits de waardgelders afdanken, de door
raadspensionaris Van Oldenbarnevelt (buiten de Staten-Generaal om)
ingestelde huurtroepen die de onlusten in de Republiek moesten
bedwingen.
Maurits beriep zich daarbij op het beginsel van de Godsdienstvrede van
Augsburg (1555).
Leg uit dat: