Examentrainers

In de 3e alinea geeft de schrijver een aantal redenen voor het feit dat «les plus belles hécatombes … en terre germanique» (regels 30-32).
Geef voor elk van de onderstaande uitspraken aan of de schrijver deze wel of niet aanvoert als reden.

1. Als gevolg van het geestelijk verval in het Heilige Roomse Rijk was daar het aantal heksen dat met de duivel samenspande groter dan elders.
2. De lekentribunalen in het Heilige Roomse Rijk konden hun gang gaan wegens de verbrokkeling van de centrale macht in dit keizerrijk.
3. De invallende kleine ijstijd wakkerde het geloof aan dat hier de duivel achter zat.

Noteer het nummer van elke uitspraak, gevolgd door ‘wel’ of ‘niet’.

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: Chasse aux sorcières