Voor sommige mensen is het ideaal van zelfbeschikking maar in beperkte mate bereikbaar.
Hun lichaam en/of hun mentale vermogens vertonen vergeleken met ’normale’ mensen
bepaalde gebreken. Zo zijn er zorgbehoeftige mensen die ’wilsonbekwaam’ worden
genoemd: bijvoorbeeld mensen die ernstig geestelijk gestoord zijn of een ernstige
verstandelijke handicap hebben. Dit houdt in dat zij wel in het bezit zijn van het vermogen
tot handelen,maar slechts in geringe mate hun wil kenbaar kunnen maken. Niettemin
hebben zij meestal wel bepaalde communicatieve mogelijkheden via motoriek of geluid; zij
kunnen zichzelf daardoor articuleren,mits anderen daarvoor openstaan.
Vroeger werd de zogeheten wilsonbekwame mens meestal niet als een zichzelf
verwerkelijkend individu gezien.
Tegenwoordig heeft men hierover minder twijfels en vindt men het bijvoorbeeld een
goede zaak dat de wetgever alle mensen gelijkwaardig heeft verklaard.
Enkele aspecten van Taylors opvatting van zelfverwerkelijking ondersteunen de mening
dat de wilsonbekwame mens beschouwd kan worden als een zichzelf verwerkelijkend
individu.
Welke aspecten bij Taylor ondersteunen de mening dat de wilsonbekwame mens zich wel
degelijk verwerkelijkt en welke aspecten ondersteunen deze mening niet?
Geef in je antwoord tevens je eigen standpunt over dit vraagstuk.