Aristoteles onderscheidt in zijn werk ’Ethicia Nicomachea’ drie soorten vriendschap.
Op welke drie motieven zijn deze soorten vriendschap gebaseerd en leg uit in welk soort
vriendschap juridische middelen gebruikt kunnen worden om sociale of politieke
conflicten te beslechten.
Gebruik in je uitleg een voorbeeld uit de sociale of politieke werkelijkheid.