Volgens vele historici begint het moderne individuele zelfbewustzijn na de Middeleeuwen.
Vanaf die tijd begint men in toenemende mate de mens zelf (het subject) als centrum van
de wereld te beschouwen. Als denker die deze overgang markeert geldt de Fransman
René Descartes (1596-1650). Hij ging op zoek naar zo zeker mogelijke uitgangspunten
voor het kennen en voor het handelen. Op zijn zoektocht kwam hij tot de overtuiging in
zichzelf een onaantastbaar uitgangspunt ontdekt te hebben.
Geef aan hoe Descartes op zijn zoektocht tot de overtuiging kwam dat het meest zekere
uitgangspunt in de mens zelf te vinden is.Geef zowel de denkstappen weer die Descartes
zet als het resultaat waartoe zijn gedachtegang leidt.