Background image

terug

Vraag 8

In zijn beschouwing ’Wat is Verlichting’ boog Immanuel Kant zich onder andere over de vraag naar de rechten en plichten van burgers.
Deze tekst kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd.
Een manier om de tekst van Kant in de huidige tijd te plaatsen is de volgende. Iedereen die als functionaris deel uitmaakt van een bepaalde institutie - zoals de staat, het leger of de kerk - heeft de plicht te gehoorzamen aan de daar geldende regels. Maar men is niet alleen functionaris.Men is ook burger met een recht op mondigheid. En als mondige burger kan men zich in het openbaar uitspreken.
Overigens wordt de burger in deze rol door Kant ’geleerde’ genoemd.
In deze hoedanigheid hanteert de burger redelijke argumenten in de hoop degenen die een doorslaggevende rol spelen in de besluitvorming, te kunnen beïnvloeden.
Indien men Kant op bovenstaande wijze uitlegt dan valt uit de tekst een conclusie af te leiden over wat burgers zich in deze tijd inzake kritiek en protest wel en niet mogen veroorloven.

Drie veel voorkomende vormen van protest tegen de overheid zijn: a) het houden van een demonstratie die wordt afgesloten met het overhandigen van een petitie, b) acties van burgerlijke ongehoorzaamheid, zoals het blokkeren van snelwegen, c) gewapend verzet.

Welke van bovenstaande drie vormen van protest zou/zouden binnen het kader van de tekst ’Wat is Verlichting’ aanvaardbaar zijn?
Maak in de argumentatie voor je antwoord gebruik van de in bovenstaande inleiding gegeven uitleg van de tekst van Kant en betrek in je argumentatie het onderscheid tussen functionaris en burger.