Background image

terug

Vraag 3

Martin Buber is van mening dat de mens niet als een ’los atoom’ gezien kan worden. Hierin kun je een overeenstemming zien met de opvatting van Taylor, waar deze laatste het heeft over de rol van ’significante anderen’ bij de ontwikkeling van een authentiek individu. Buber heeft echter een ander uitgangspunt dan Taylor als het gaat om wat van wezenlijk belang is in de relatie tot de ander.
Buber legt zijn standpunt uit aan de hand van het onderscheid tussen een relatie in de zin van ik-gij en een relatie in de zin van ik-het.

Leg uit in welke twee opzichten Bubers opvatting over wat wezenlijk is in de relatie tot de ander gezien kan worden als een aanvulling op Taylors uiteenzetting hierover.