In haar studie over de meisjescultuur op middelbare scholen beschrijft Mieke de Waal een
aantal fasen in het verliefd worden van meisjes. Zij leren in het begin van de puberteit
omgaan met hun eigen verliefdheden en die van anderen. Daarbij spelen vriendinnen
vaak een bijzondere rol.(zie bijlage).
Aristoteles maakte in zijn ethisch hoofdwerk ’Ethica Nicomacheia’ onderscheid tussen
drie vormen van vriendschap, waarbij hij het Griekse woord voor ’vriendschap’ in een
ruime betekenis gebruikt.
Tot welke van deze drie vormen behoort de in de bijlage genoemde vriendschap tussen
meisjes?