In de ’politiek van gelijkwaardigheid’, zoals Taylor deze in het artikel ’De politiek van
erkenning’ beschrijft, wordt een bepaalde visie op de plaats en de rechten van
minderheden in een samenleving uitgedrukt. Het uitgangspunt van de ’politiek van
gelijkwaardigheid’, dat aan alle mensen gelijke rechten toekomen, is in verband te
brengen met gedachten van Immanuel Kant over de mens.
Leg uit hoe volgens Taylor de politiek van gelijkwaardigheid samenhangt met het
uitgangspunt van de mondigheid van ieder mens.
Maak in je antwoord zowel duidelijk wat ’mondigheid’ bij Kant inhoudt als wat Taylor
precies verstaat onder de ’politiek van gelijkwaardigheid’.