Gezien in het licht van wetenschapsfilosofische theorieën, is Huizinga’s visie in de tekst van de bijlage op
de gang van zaken bij de beoefening van natuurwetenschappen naïef te noemen.
Een heel ander voorbeeld van een naïeve opvatting van wetenschapsbeoefening was te
vinden bij sommige aanhangers van het logisch positivisme. Hoewel de
wetenschapsfilosoof Carl Hempel zelf positivistisch georiënteerd was, richtte hij zich tegen
de uitgangspunten van de „eng inductivistische opvatting van wetenschappelijk onderzoek”.
Zijn bezwaren tegen dit „eng inductivisme” halen het verschil dat Huizinga hier maakte
tussen de natuur- en de geesteswetenschappen onderuit.
Hempel geeft vier bezwaren tegen het „eng inductivisme”, en geeft voor elk bezwaar
argumenten. Het eerste bezwaar gaat over „het verzamelen van alle feiten”.
Geef de twee belangrijkste redenen waarom volgens Hempel geen enkele wetenschap ’alle
feiten’ verzamelt.