„Elektronen zijn geen biljartballen.” De Amerikaanse wetenschapsfilosoof Ernan McMullin
geeft bij deze uitspraak de volgende uitleg: „Elektronen zijn geen gewone materiële
entiteiten. Ze hebben geen individuele identiteit, noch een continuïteit door de tijd heen. De
wetenschappelijke onderzoeker construeert elektronen. Hij ontwerpt een theorie die hem zal
vertellen wat elektronen eigenlijk zijn.”
Binnen de wetenschapsfilosofie is het sinds de Weense Kring gebruikelijk observationele
van niet-observationele of theoretische termen te onderscheiden. ’Elektron’ is een
voorbeeld van een theoretische term.
Wat wordt verstaan onder theoretische termen en waarom vormden deze termen voor de
verificatie, zoals aanvankelijk geëist door de Weense Kring, een probleem?