In zijn boek Over dieren bekritiseert Aristoteles de „eerste filosofen die in vroeger tijd
hebben nagedacht over de natuur.” Tegenwoordig staan deze denkers bekend als de
Ionische natuurfilosofen. Aristoteles schrijft over hen het volgende zie bijlage.
In hoeverre zou men op grond van de tekst "Aristoteles" bij de natuurfilosofen al kunnen spreken van een
vorm van wetenschappelijk denken?
Geef in de toelichting op je antwoord aan welk demarcatiecriterium voor
wetenschappelijkheid jij hanteert.