Veel filosofen vinden dat de wetenschapsfilosofie zich moet richten op de context van
rechtvaardiging, die men onderscheidt van de context van ontdekking.
De context van ontdekking betreft de wijze waarop een ontdekking of hypothese tot stand
komt. De context van rechtvaardiging betreft de wijze waarop een hypothese, theorie of
verklaring op wetenschappelijk verantwoorde wijze te toetsen is.
Ook Hempel benadrukt dit onderscheid tussen het totstandkomen van een hypothese en de
toetsing daarvan.
Zou Van 't Hoff zich met behulp van het onderscheid tussen de context van rechtvaardiging
en de context van ontdekking kunnen verdedigen tegen de kritiek van Kolbe?