Background image

terug

Vraag 13

In de tekst uit de bijlage speelt het verstand een belangrijke rol in de opvoeding. Volgens Avicenna moet voor het vervolg van de morele opvoeding het begripsvermogen van het kind namelijk voldoende ontwikkeld zijn. Maar het verstand speelt hier niet dezelfde rol bij het ontwikkelen van een deugdzaam karakter als bij Aristoteles. Hoewel ook in Aristoteles’ opvatting het verstand onontbeerlijk is voor het verwerven en volhouden van de karakterdeugden.
Er zijn, uitgaande van de theorie van Aristoteles, argumenten te geven waarom de rol van het verstand hierbij zo groot moet zijn.

Waarom speelt het verstand bij Aristoteles een onontbeerlijke rol bij de ontwikkeling van een voortreffelijke karakterhouding?
Beredeneer dit en verwerk Aristoteles’ definitie van deugd in je antwoord.

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: Onderwijzen