(Zie bijlage: Justine, blz. 54)
In de tekst van de bijlage wordt als het ware een overeenkomst voorgesteld met als uitgangspunt: voor wat hoort
wat. Als men bereid is zich in te tomen en sommige van zijn wensen in te slikken, mag men
in ruil daarvoor veiligheid en rust van de wetgever verwachten. Degene die in Justine aan
het woord is, heeft daar echter niets mee op. Volgens hem is alles beter dan zich neerleggen
bij een dergelijke regeling.
(Zie bijlage: Justine, blz. 54/55)
De boeken van De Sade wemelen van de figuren die zeer ver gaan in hun pogingen hun
wensen ingewilligd te krijgen. Verdedigd wordt bovendien dat het daarbij om natuurlijke
verlangens gaat. Ook in de deugdethiek krijgt het natuurlijke verlangen een plaats. De
deugdethiek ziet zichzelf in het verlengde liggen van ons natuurlijke verlangen.
Voor De Sade heeft deugdzaamheid niets natuurlijks. Het is een keurslijf waarvan men zich
het liefst zo snel en zo volledig mogelijk bevrijdt.
Noem twee verschillen tussen enerzijds de deugdethische interpretatie van het natuurlijke
verlangen en anderzijds de door De Sade geschetste interpretatie van het natuurlijke
verlangen van de mens.
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: Justine, blz 54