Background image

terug

Vraag 10

Naar aanleiding van de Pruisische belegering van Parijs in 1870 schrijft Flaubert over zijn tijdgenoten:
"Ik geloof dat er in Frankrijk geen triester mens dan ik te vinden is. (Alles hangt af van iemands gevoeligheid.) Ik sterf van verdriet, dat is de zuivere waarheid, en pogingen om mij te troosten irriteren me. Wat me pijn doet is 1) de wreedheid van de mensen; 2) de overtuiging dat we een stompzinnig tijdperk tegemoet gaan. De mensen zullen utilitaristisch worden, militaristisch, Amerikaans en katholiek, zeer katholiek! U zult het zien! De oorlog met de Pruisen betekent het einde en de vernietiging van de Franse Revolutie."

Flaubert noemt hier, naast een aantal andere ?ismen?, het utilisme als een surrogaat-houvast voor mensen die de draad kwijt zijn. Het utilisme beroept zich juist op het gezond verstand en het belang van de gemeenschap. Dit zijn waarden die ook binnen de deugdethiek gelden.
Maar er zijn ook verschillen.

Noem twee punten van kritiek die een deugdethicus op het utilisme zou hebben.