Background image

terug

Vraag 9

De Chinese filosoof Mencius (372-289 voor Christus) zei: "gevoelens van goedkeuring en afkeuring zijn het begin van inzicht". (Mencius, Boek II A.5.)
Het lijkt hier alsof het oordelen uit het gevoel voorkomt, wat niet alleen een nauw verband tussen beide suggereert, maar waardoor ook het gevoel een belangrijke rol krijgt ten opzichte van het - verstandelijk - oordelen.
Hoewel ook bij Kant goedkeuring en afkeuring een belangrijke rol spelen met betrekking tot moraal, mogen deze volgens hem volstrekt niet op gevoelens gebaseerd zijn. Het goedkeuren of afkeuren van een handeling is, anders dan bij Mencius, alleen gebaseerd op rationeel inzicht. Dit inzicht is in principe bereikbaar voor ieder individu, en moet voor elk individu steeds de basis vormen van moreel handelen. De autonomie van het individu speelt hierbij een rol.

Leg uit dat bij Kant het individu een autonoom handelend wezen is en hoe deze autonomie verband houdt met de rol die de rede speelt bij moreel handelen.