Background image

terug

Vraag 8

Flaubert verzet zich in dezelfde publicatie ook fel tegen kuddegeest en hypocrisie, en beroept zich op een fijner gevoel voor waarheid en schoonheid dat de alledaagse beleving zou overstijgen. Hij ziet daarbij de rede niet als het hoogste:
"Het is vreemd, hoe hoger je in de schepping komt, hoe gevoeliger de zenuwen worden, dat wil zeggen hoe groter het vermogen om te lijden. Zou lijden en denken een en hetzelfde zijn? Genialiteit is misschien, al met al, niet meer dan een verfijnd soort pijn, dat wil zeggen een vollediger en intenser binnendringen van het object in onze ziel?" Gustave Flaubert stelt hier hoge eisen aan een aantal menselijke vermogens. Het gaat hem niet alleen om het intellectuele vermogen, maar ook bijvoorbeeld om bevlogenheid en gevoeligheid. Ook was hij intens betrokken bij verschijnselen van zijn tijd. Je kunt hem daarom een hartstochtelijk mens noemen.

Beargumenteer waarom de intellectuele deugden het niet zonder een gedreven, innerlijke bezieling kunnen stellen. Leg daarbij uit welke intellectuele deugd een rol speelt bij het uitoefenen van karakterdeugden.