(Zie bijlage)
Leg uit hoe de deugden ‘goed kijken en observeren’, ‘zorgvuldig en precies taalgebruik’ en ‘dingen in het juiste perspectief zien’ het aristotelische begrip phronèsis (verstandigheid) veronderstellen.
Geef in je antwoord aan wat ‘phronèsis’ is en welke rol ‘phronèsis’ speelt in de deugdethiek.