Background image

terug

Vraag 14

In wedstrijdsporten is de wil om te winnen essentieel, anders ben je geen goede sporter. Als je toegeeft aan luiheid en je doet maar alsof, ben je niet van goede wil. Bovendien is de wil om te winnen meestal een natuurlijk verlangen van de sporter.
Ook in de ethiek van Immanuel Kant (1724-1804) speelt, naast de morele plicht, de wil een wezenlijke rol. Het verband tussen ratio en moraal bij Kant is echter wel anders dan het verband tussen verstand en moraal bij Aristoteles. Kant zegt bijvoorbeeld: "De plicht moet voorschrijven hoe ik moet willen". Plicht in de ethiek van Kant is niet gebaseerd op het realiseren van specifieke verlangens.

Is de wil om te winnen dezelfde als de morele wil in de zin van Kant?
Licht je antwoord toe.