VUUR
God van Abraham, God van Isaäc, God van Jacob,
niet die van filosofen en geleerden.
Zekerheid. Zekerheid. Gevoel. Vreugde. Vrede.
God van Jezus Christus.
(…)
bron: Blaise Pascal, Mémorial (1654)
James maakt een onderscheid tussen levende religieuze ervaring van het
individu en het daarvan afgeleide religieuze leven in de kerk. In de kerk is de
originele ‘koortsachtige’, mystieke ervaring verworden tot duffe gewoonte.
Kerken spelen een secundaire rol als doorgeefluik van de originele inspiratie.
Daar wordt die originele ervaring vergiftigd door dogmatische regels.
Was de mystieke ervaring van Pascal uitgedrukt in zijn Mémorial zo’n ervaring
die later door de kerk is doorgegeven, afgezwakt en vergiftigd?
De communitarist Taylor meent van niet. Hij toont aan dat James een ervaring
als die van Pascal ten onrechte als puur individualistisch karakteriseert.
Leg uit met welk argument Taylor de analyse van James met betrekking tot
religieuze ervaring weerlegt.
Illustreer de argumentatie van Taylor aan de hand van de tekst van Pascal.
Hoe je ook over de plaats van de persoonlijke ervaring in het debat tussen rede
en religie mag denken, vast staat dat vergelijkbare ervaringen zeer verschillend
worden uitgelegd. Een mooi voorbeeld is onderstaande tekst.