Eén van de tests die Dijksterhuis in zijn boek bespreekt, is de ‘Impliciete
associatie Test’ of IAT. Uit de resultaten van deze test lijkt het dat mensen
onbewust discrimineren, hoewel de deelnemers aan de test zeggen dit
niet te doen als je het hen vraagt:
tekst 2
In de IAT worden een aantal dia’s achter elkaar aangeboden. De opdracht
luidt om met een linker- of rechterknop aan te geven tot welke categorie een
bepaalde stimulus behoort. Er zijn vier verschillende categorieën, waarvan
twee een reactie van de linker- en twee een reactie van de rechterhand
vragen. Dit kunnen bijvoorbeeld woorden zijn als ‘insecten’, ‘bloemen’,
‘prettige woorden’ of ‘onprettige woorden’. Of, woorden als ‘vrouw’, ‘man’,
‘carrière’ of ‘gezin’. Het blijkt dan dat als mensen ‘promotie’ met ‘vrouw - carrière’ moeten koppelen, ze er langer over doen dan wanneer ze ‘Elsje’ met ‘ vrouw- gezin’ moeten koppelen. Onbewust koppelen mensen vrouwen eerder aan gezin dan aan een carrière. naar: Wikipedia, Psychologie, 29 oktober 2014 |
Beargumenteer op basis van het voorafgaande dat Gray de IAT goed zouden kunnen gebruiken om zijn eigen theorie te ondersteunen. Leg vervolgens uit welke kritiek Taylor zou hebben op de opvatting van Gray. Gebruik in je uitleg het verschil tussen sterke en zwakke zelfevaluatie.