In de beroemde Russische roman Anna Karenina van Leo Tolstoj uit 1877
spelen de thema’s liefde, plicht en schuld een belangrijke rol.
Anna, de hoofdpersoon, is getrouwd met Aleksej. Anna is tevreden met
haar rustige leven en denkt dat ze gelukkig is met haar man, totdat ze op
een dag de soldaat Wronski ontmoet.
Wronski is op slag verliefd op Anna als hij haar ziet en probeert haar voor
zich te winnen. Dit lukt maanden niet, omdat Anna zich verzet tegen zijn
avances en haar eigen verliefdheid op hem. Op een avond heeft Wronski
een gesprek met zijn nicht Betsy over zijn gevoelens voor Anna:
tekst 1
“Wat herinner ik me je spot nog goed!” vervolgde Betsy, die er een bijzonder
genoegen in vond elk facet van deze hartstocht te volgen. “En wat is daarvan
overgebleven? Je bent gevangen, beste jongen!” “Ik begeer niet anders dan gevangen te zijn”, antwoordde Wronski met zijn rustige, goedmoedige glimlach. “Wanneer ik mij beklaag, is het alleen, omdat ik te weinig gevangen ben, om je de waarheid te zeggen.” naar: Anna Karenina, Leo Tolstoj |
Onder vrijheid kunnen wij dus alleen verstaan de macht om een daad te
stellen of niet te stellen overeenkomstig de beslissing van de wil; dat wil
zeggen, als wij kiezen inactief te blijven, doen wij dat, en als wij kiezen tot
actie over te gaan, dan kan dat ook. Welnu, deze hypothetische vrijheid bezit
naar algemeen gevoelen iedereen, die geen gevangene in ketens is. Hier is
dus geen aanleiding tot meningsverschil. bron: Het menselijk inzicht, David Hume |
Zou Hume soldaat Wronski vrij noemen?
Beargumenteer je antwoord aan de hand van: