Background image

terug

Vraag 11

In de beroemde Russische roman Anna Karenina van Leo Tolstoj uit 1877 spelen de thema’s liefde, plicht en schuld een belangrijke rol.
Anna, de hoofdpersoon, is getrouwd met Aleksej. Anna is tevreden met haar rustige leven en denkt dat ze gelukkig is met haar man, totdat ze op een dag de soldaat Wronski ontmoet.
Wronski is op slag verliefd op Anna als hij haar ziet en probeert haar voor zich te winnen. Dit lukt maanden niet, omdat Anna zich verzet tegen zijn avances en haar eigen verliefdheid op hem. Op een avond heeft Wronski een gesprek met zijn nicht Betsy over zijn gevoelens voor Anna:

tekst 1

“Wat herinner ik me je spot nog goed!” vervolgde Betsy, die er een bijzonder genoegen in vond elk facet van deze hartstocht te volgen. “En wat is daarvan overgebleven? Je bent gevangen, beste jongen!”
“Ik begeer niet anders dan gevangen te zijn”, antwoordde Wronski met zijn rustige, goedmoedige glimlach. “Wanneer ik mij beklaag, is het alleen, omdat ik te weinig gevangen ben, om je de waarheid te zeggen.”

naar: Anna Karenina, Leo Tolstoj

Over vrijheid en gevangenschap schrijft de Schotse filosoof David Hume het volgende:

tekst 2
Onder vrijheid kunnen wij dus alleen verstaan de macht om een daad te stellen of niet te stellen overeenkomstig de beslissing van de wil; dat wil zeggen, als wij kiezen inactief te blijven, doen wij dat, en als wij kiezen tot actie over te gaan, dan kan dat ook. Welnu, deze hypothetische vrijheid bezit naar algemeen gevoelen iedereen, die geen gevangene in ketens is. Hier is dus geen aanleiding tot meningsverschil.

bron: Het menselijk inzicht, David Hume

Wronski in tekst 1 en Hume in tekst 2 geven beiden een omschrijving van vrijheid en gevangenschap.

Zou Hume soldaat Wronski vrij noemen?
Beargumenteer je antwoord aan de hand van:

  • de voorwaarde die Hume aan een handeling uit vrije wil stelt en tekst 1;
  • Humes opvatting over het verband tussen vrijheid, noodzakelijkheid en oorzakelijkheid en tekst 2.