Background image

terug

Vraag 10

Meer dan honderd jaar geleden, in 1905, schreef de Amerikaanse filosoof Charles Peirce over de rol van de hersenen bij ons denken en onze identiteit:

tekst

Een psycholoog snijdt een kwab uit mijn hersenen (...) en zegt daarna, als blijkt dat ik mijzelf niet meer kan uitdrukken: “Kijk, je taalvermogen was gelokaliseerd in die kwab.” Nogal wiedes; als hij mijn inktpot had gegapt, zou ik niet in staat zijn geweest om mijn discussie voort te zetten totdat ik een andere had gekregen. Ja, bepaalde gedachten zouden bij mij niet zijn opgekomen. Dus mijn discussievermogen is even sterk gelokaliseerd in mijn inktpot.

bron: Vrijheid als zelfvorming, Aydin, 2013

Aydin gebruikt dit citaat om uit te leggen dat onze identiteit volgens hem niet samenvalt met het bewustzijn, noch met de hersenen, noch met het lichaam.
Bovendien heb je niet van meet af aan een identiteit, maar ontwikkel je die door het uitoefenen van zelfcontrole. Daarom is het volgens Aydin niet de vraag of er een vrije wil bestaat, maar welke technieken en idealen een gemeenschap haar leden kan aanreiken om een coherent en vrij zelf te ontwikkelen.
Aydins opvattingen doen denken aan die van Taylor. Vrijheid en onvrijheid zijn volgens Aydin uitdrukkingen van de mate van lukken dan wel mislukken van zelfverwerkelijking, of zelfvorming.

Leg de rol van zwakke evaluatie en de rol van sterke evaluatie bij vrije wil als zelfverwerkelijking uit.
Beargumenteer aan de hand van een afweging van deze twee vormen van evaluatie of jij het eens bent met Aydin dat vrijheid een uitdrukking is van de mate waarin zelfvorming lukt.