Met betrekking tot het bestaan van de vrije wil zijn er verschillende
opvattingen mogelijk afhankelijk van de onderliggende theorie: het
determinisme, het compatibilisme en het libertarisme.
Stel je voor dat jij de rechter bent die in dat hoger beroep een uitspraak
moet doen. Om voor jezelf duidelijk te maken welke uitspraak je als
rechter zou kunnen doen, maak je een overzicht met drie verschillende
uitspraken in deze zaak.
Bij elke uitspraak ga je uit van een andere opvatting van vrije wil. Het
determinisme bespreek je daarbij niet apart, maar koppel je aan de visie
van Hume.
Als rechter beroep je je dus op de volgende drie opvattingen: het
compatibilisme van Hume, het conditioneel compatibilisme en het
libertarisme.
Beargumenteer van elk van deze drie opvattingen over het bestaan van de vrije wil of jij die geschikt vindt om tot een veroordeling van de Golfbestuurder te komen.