Background image

terug

Vraag 13

Brown zegt dat hij het bestaan van bovennatuurlijke gaven of krachten afwijst.
Daaruit zou je kunnen concluderen dat Brown een groot vertrouwen heeft in de verklaringskracht van de hedendaagse wetenschap. Onze alomtegenwoordige wetenschap is voortgekomen uit de wetenschappelijke revolutie die zich voltrok in de 16e en 17e eeuw. Met deze revolutie veranderde ook ons wereldbeeld.
Een wetenschapsfilosoof die zich specialiseerde in de consequenties van veranderingen in wetenschappelijke wereldbeelden is Thomas Kuhn. Met zijn theorie leverde Kuhn kritiek op de opvattingen van collega wetenschapsfilosoof Karl Popper.

In hoeverre zouden Popper en Kuhn de uitspraak van Brown dat er geen bovennatuurlijke krachten bestaan als een wetenschappelijke uitspraak beschouwen?
Beargumenteer je antwoord op grond van de wetenschapsfilosofische theorieën van zowel Popper als van Kuhn en leg tevens uit welke verandering in het wereldbeeld zich voltrok in de wetenschappelijke revolutie van de 16e en 17e eeuw.