Background image

terug

Vraag 10

In zijn uiteenzetting over zelfevaluatie schetst Taylor ook een sterke vorm van reflectieve zelfevaluatie. Volgens hem ligt de basis voor zelfverwerkelijking vooral in deze sterke vorm en niet in het maken van een radicale keuze, zoals Sartre stelt.
Het vormen van wat Taylor noemt een ‘conception of the self’ − oftewel een zelfbeeld − op basis van die sterke vorm van zelfevaluatie leidt juist tot zelfverwerkelijking.
Deze benadering lijkt op de manier waarop Aristoteles in zijn deugdethiek uitlegt hoe de mens zich dient te verwerkelijken.

Leg uit hoe de mens zich volgens Taylor verwerkelijkt en hoe de mens dit doet volgens Aristoteles. Geef hiertoe twee filosofisch relevante overeenkomsten tussen beide visies.
Leg bovendien uit hoe men volgens Taylor tot een ‘conception of the self’ komt.