In tegenstelling tot de Peruaanse rechtbank zou de al genoemde filosoof
Pereboom iemand als Van der Sloot om geheel andere reden kunnen
laten opsluiten. Hij ziet een analogie tussen het in quarantaine plaatsen
van patiënten met een besmettelijke ziekte en het opsluiten van
misdadigers.
Zelfs al handelde Van der Sloot niet uit vrije wil en was hij volledig
gedetermineerd in zijn handelen, toch zou je op grond van zijn bekentenis
in het programma van Peter R. de Vries, de veroordeling door de
Peruaanse rechtbank en op grond van zijn opvliegende karakter tot de
conclusie kunnen komen dat Perebooms analogie van toepassing is op
Van der Sloot.
Is volgens jou de analogie van Pereboom tussen het in quarantaine
plaatsen van patiënten met een besmettelijke ziekte en het opsluiten van
misdadigers van toepassing op de zaak van Van der Sloot?
Zo nee, waarom niet en aan welke voorwaarde had voldaan moeten zijn
om die analogie wel van toepassing te laten zijn?
Zo ja, waarom en aan welke voorwaarde had voldaan moeten zijn om die
analogie niet van toepassing te laten zijn?