Sartre en Camus ontkennen beiden het bestaan van God. Camus laat Sisyphus de goden loochenen. De filosoof John Stuart Mill zou echter, wanneer hij over de mythe zou nadenken, juist letten op de rol van de goden daarin. Sisyphus is gestraft voor zijn eigenzinnigheid en kan zichzelf nu alleen maar voegen naar de wil van de goden. De straf past goed bij Mills kijk op het calvinisme. De weg naar zelfverwerkelijking is voor Sisyphus dan afgesloten, want volgens Mill biedt het calvinisme geen mogelijkheid tot zelfverwerkelijking.
Beargumenteer waarom Mill de straf van Sisyphus typisch calvinistisch
zou noemen.
Leg uit waarom Mill zou betogen dat Sisyphus enerzijds ook actief
betrokken zou moeten zijn op de vorming van zijn eigen karakter, maar
dat die actieve betrokkenheid anderzijds minder positieve consequenties
heeft dan op gewone mensen.