Met deze laatste zin verwijst De Vos naar een gedicht van de antimetafysische
dichter Caeiro.
De Oostenrijkse filosoof Ludwig Wittgenstein zou zich in de bezwaren tegen
metafysische uitspraken en verklaringen wel hebben kunnen vinden.
Wittgensteins eerste werk ‘Tractatus logico philosophicus’ eindigt immers met de
beroemde stelling dat je over datgene waarover je niet kunt spreken, moet
zwijgen. Metafysische uitspraken gaan over dat waarover je volgens
Wittgenstein niet zinvol kunt spreken.
Wittgensteins latere kritiek op het essentialisme komt tot uitdrukking in zijn
opvatting van de familiegelijkenissen. Het probleem van het essentialisme doet
zich bijvoorbeeld voor bij het definiëren van religie, wanneer we de betekenis
van religie willen vastleggen.
Licht aan de hand van de tekst toe dat het vastleggen van de betekenis van
religie kan leiden tot essentialisme.
Leg vervolgens uit hoe de filosoof Charles Taylor gebruik maakt van
Wittgensteins privétaalargument om kritiek te leveren op het idee dat de
individuele ervaring onherleidbaar is.