Background image

terug

Vraag 12

Hoogleraar filosofie en literatuur Ger Groot schrijft in NRC Handelsblad dat het niet langer de functie van religie is om één sluitende visie op de wereld te bieden. In zijn artikel ‘Godsdienst beschermt de mens tegen de pretentie van de wetenschap alles te kunnen verklaren’ schrijft Groot dat volgens hem bij het verhaal van de wetenschap ook een tweede verhaal hoort, dat van de religie,
waarin een visie op de wereld pas betekenis kan krijgen.

Wetenschap bouwt aan een structuur van algemene wetten die kunnen worden toegepast op afzonderlijke feiten. Ze beschrijft hoe de objectieve werkelijkheid werkt, maar heeft daarvoor de prijs moeten betalen van een methodische blindheid voor
iedere subjectieve werkelijkheid. […]
Wat de wetten van het denken zijn, wil ik als ontwikkeld mens graag weten, maar wat ik denk, gaat mij van minuut tot minuut ten diepste aan: niet als het symptoom van een algemene wetmatigheid, maar als het wezen van datgene waarin ik nu juist ik ben. Voor het leven dat wij leiden doet de algemeenheid er immers maar weinig toe. Zij vormt een horizon van ongetwijfeld heel betrouwbare zekerheden, die ons echter zelden werkelijk nabij komt. Wat ons interesseert is nu juist wat zij schuwt: het eenmalige, individuele dat in de algemene wet teloor gaat.

bron: Ger Groot: Godsdienst beschermt de mens tegen de pretentie van de wetenschap alles te kunnen verklaren, NRC Handelsblad, 14 juni 2008


Groot zet hier religie als zingeving tegenover wetenschap.

Op welke twee manieren kun je vanuit zingevingsvragen religies analyseren? Leg uit welke manier je herkent in de tekst