In het essay ‘God is gek’ haalt Kluun ook de hedendaagse Canadese filosoof
Charles Taylor aan. Hij citeert uit het interview, getiteld ‘Religie gaat nooit weg’,
dat Taylor gaf aan de Volkskrant in 2009.
Taylor is naast filosoof praktiserend katholiek en ook hij keert zich tegen
atheïsten die ervan overtuigd zijn dat wetenschap religie overbodig maakt. In het
interview zegt Taylor dat religie altijd weer zal opduiken en dat er nieuwe
vormen van religie zullen ontstaan waar we nu nog geen weet van hebben.
Volgens Taylor geloven atheïsten dat modernisering onvermijdelijk tot
secularisering leidt en dat godsdienst een constant, onveranderlijk verschijnsel
is, terwijl ze voortdurend van karakter verandert. Vandaar dat de ontdekking dat
God niet dood is volgens hem zo veel angst wekt: de seculiere mens is zijn
zorgeloze toekomstbeeld kwijt.
De seculariseringsthese waarnaar Taylor hier verwijst, is afkomstig van
Durkheim en Weber. Durkheim stelt dat religie zowel een speculatieve als een
ceremoniële (rituele en bindende) functie heeft en dat deze functie gevaar loopt
in de huidige samenleving.
Ben jij het met Durkheim eens dat deze ceremoniële functie van religie gevaar
loopt in de huidige samenleving?
Beargumenteer je antwoord en leg Durkheims opvatting uit.
Geef aan de hand van voorbeelden uit de huidige Nederlandse samenleving een
argument vóór en een argument tégen deze opvatting van Durkheim.